Dankwoord
Majesteit, Koninklijke Hoogheden, vereerde gasten en vrienden,
Ik ben zeer geroerd en vereerd met uw aanwezigheid. Ik zou graag mijn dankbaarheid willen tonen door enige persoonlijke ervaringen met u te delen. Deze weerspiegelen de waarden van Erasmus, wiens naam wij hier gedenken.
Mijn leven is gevormd in de vuurproef van twee oorlogen. Door de Eerste Wereldoorlog is mijn familie naar Amerika gevlucht. Mijn levensloop is bepaald door de Tweede Wereldoorlog. Drie doelstellingen werden de leidraad van mijn leven: te proberen oorlogsmisdadigers voor het gerecht te brengen, te zorgen voor de overlevenden, en proberen oorlogen in de toekomst te vermijden.
Meteen na mijn studie heb ik dienst genomen in het Amerikaanse leger. Na verloop van tijd landde ik op de stranden van Normandië en nam ik deel in elke grote slag. Als onderzoeker van oorlogmisdaden in het leger van Generaal Patton nam ik deel aan de bevrijding van vele Nazi concentratiekampen en was getuige van onbeschrijfelijke gruweldaden. Na de oorlog werd ik gedechargeerd als sergeant infanterie en kreeg vijf sterren omdat ik niet gedood of gewond was. Niet alle wonden zijn zichtbaar. Ik spreek nooit van een oorlog ‘winnen’; ik heb geleerd dat de enige winnaar in oorlog de dood is.
De volgende fase van mijn leven was het helpen voor het gerecht te brengen van diegenen die verantwoordelijk waren voor de agressie en wreedheden. De beroemde Neurenberg rechtzaak van het internationaal militair tribunaal werd gevolgd door nog twaalf rechtzaken. Ik werd benoemd als hoofdaanklager in de waarschijnlijk grootste moordzaak in de geschiedenis. Twee-en-twintig Nazi leiders van moordcommando’s genaamd ‘Einsatzgruppen’ werden veroordeeld voor het moedwillig vermoorden van meer dan een miljoen onschuldige mannen, vrouwen en kinderen. Ik was toen 27 jaar oud en het was mijn eerste zaak.
De slachtoffers werden gedood omdat zij niet het ras, geloof of de ideologie deelden van hun moordenaars. Ik vond het vermoorden van duizenden kinderen en al hun verwanten om zulke wrede redenen iets heel vreselijks. Dat gevoel heb ik nooit verloren. Het bestraffen van misdadigers moet nooit de noodzaak verhullen om voor hun onschuldige slachtoffers te zorgen. In 1948 werd ik directeur van schadeloosstelling programma’s om eigendommen zonder erfgenaam aan te wenden voor de berooide overlevenden. Dat leidde tot nog een aanstelling als adviseur bij de onderhandelingen over een zeer gevoelig verdrag over herstelbetalingen tussen West-Duitsland, Israël en grote Joodse liefdadigheidsinstellingen. Miljoenen Nazi slachtoffers, ongeacht hun overtuiging, zowel Joden als niet-Joden, hebben baat gehad bij de ongekende schadeloosstellingswetten waarover hier in 1952 in het geheim, in kasteel Oud-Wassenaar in Den Haag, werd onderhandeld.
Hier geldt de waardering in de eerste plaats voor de Duitse Bondskanselier, Konrad Adenauer, die als devoot katholiek verklaarde dat compensatie geboden moest worden voor de verschrikkelijke misdaden die begaan waren in de naam van het Duitse volk.
Mijn dossiers over de oorlogsmisdaden en herstelbetalingen zijn gedoneerd aan het US Holocaust Museum in Washington. Mijn boeken en lezingen zijn vrij beschikbaar op mijn website en op het internet onder een nieuw VN audio-visueel programma. Mijn Erasmusprijs gaat geheel naar vredesdoelstellingen.
Laat mij de resterende minuten besteden aan wat ik beschouw als de belangrijkste fase van mijn leven, dat is de poging om het voeren van oorlog te voorkomen. In Neurenberg kwam er een eind aan de opvatting dat oorlogsvoering een nationaal recht was. Het werd veroordeeld als de ultieme internationale misdaad. Er is nooit een oorlog geweest zonder gruweldaden. Illegale oorlogvoering is de allergrootste gruweldaad.
De beste manier om dappere jonge mensen die dienen in de legers van alle staten te beschermen is te pogen oorlog te elimineren. De VN charter verbiedt het gebruik van militair geweld, behalve onder zeer beperkte omstandigheden. Het is de hoogste tijd dat de machtige staten die de Veiligheidsraad beheersen zich hun basale wettelijke verplichtingen aan alle staten herinneren en deze respecteren. Het is glashelder gemaakt in Neurenberg en bevestigd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, dat de wet gelijkelijk van toepassing is voor iedereen. Het is heel gevaarlijk als enig persoon of enige staat de wet in eigen hand neemt. In een wereld die vergeven is van ongelooflijk destructieve mogelijkheden is geen internationaal dispuut van zo overheersend belang dat dit het illegaal gebruik van gewapend geweld zou kunnen rechtvaardigen. De wet is altijd beter dan oorlog.
Veel goedbedoelende mensen geloven dat oorlog nooit gestopt kan worden aangezien het deel zou uitmaken van een of ander eeuwig plan. Denkend vanuit de ongelooflijke gruwelen van de oorlog die ik persoonlijk heb meegemaakt, kan ik niet geloven dat de wreedheden die ik gezien heb goddelijk geïnspireerd waren. Ik deel de opvatting van Erasmus en religieuze leiders van vele geloven, die van mening zijn dat we allemaal leden zijn van één menselijke familie en moeten leren in vrede en waardigheid te leven ongeacht ras of geloof. Ik breng de woorden in herinnering van mijn hoogste militaire bevelhebber, Dwight D. Eisenhower, toen hij President werd van de Verenigde Staten: “De wereld heeft niet langer een keuze tussen geweld en de wet. Als de beschaving wil overleven moet zij kiezen voor het recht.”
Het is moeilijk en kost tijd om verandering aan te brengen in de instelling van mensen met diep-gewortelde en gekoesterde idealen, waarvoor zij bereid zijn te doden en te sterven. Maar het kan wèl. In het begin ontzegde de grondwet van de Verenigde Staten vrouwen het recht te stemmen en eigendom te bezitten. Blanken vonden dat zij het recht hadden zwarten als slaaf te bezitten; niet lang geleden zou het ondenkbaar zijn geweest dat de Verenigde Staten een niet-blanke zou kiezen als president, maar let op: de wereld is veranderd!
De wereld is veranderd en verandert steeds. Nationale wetten worden gewijzigd om in overeenstemming te komen met internationale verplichtingen. Het menselijk geweten wordt geleidelijk wakker. Of agressie strafbaar is door een internationaal hof zal aan de orde komen tijdens de review conference van het Internationaal Strafhof april aanstaande. Naar mijn mening zijn wij het verschuldigd aan de toekomst en aan de nagedachtenis van allen die in oorlogen zijn omgekomen om na Neurenberg verder te gaan en niet terug. Zelfs als een klein aantal oorlogen kan worden voorkomen, afgeschrikt door de dreiging van bestraffing, dan is dat al de moeite waard.
Het koppige geloof dat de menselijke geest niet in staat is een verbeterde sociale orde te creëren is een self-defeating prophecy of doom. Die ontkent het potentieel van nieuwe technologieën. Nederland is de internationale hoofdstad van het recht geworden in de wereld. Maar het is een werk-in-uitvoering, de waarden die Erasmus inspireerden om zich uit te spreken tegen machtsmisbruik zijn ook vandaag nog nodig. Angst en haat voeden geweld; zij kunnen het best worden overwonnen met rede, verdraagzaamheid, medeleven en een bereidheid tot compromis. Deze waarden zouden overal op elk niveau onderwezen moeten worden; de verheerlijking van oorlog moet vervangen worden door de verheerlijking van vrede.
Ik heb geprobeerd de voornaamste les van Neurenberg uit te dragen, nl. dat agressie de grootste internationale misdaad is. Ik beschouw mijzelf als een realistisch optimist. Realist omdat ik de problemen zie, optimist omdat ik vooruitgang zie. De internationale gemeenschap is in ontwikkeling en er is meer vooruitgang geboekt in de laatste halve eeuw dan in heel de menselijke geschiedenis.
Ik ben mij ervan bewust dat ik het doel van de afschaffing van alle oorlogen niet meer zal meemaken. Maar het stemt mij tot tevredenheid dat ik er misschien aan heb bijgedragen wat dichter bij dat ideaal te komen. Tegen jonge mensen zeg ik: “Nooit opgeven, doorzetten.” Heb de moed om je stem te laten horen voor wat je weet dat juist is. Je zult voldoening vinden in de wetenschap dat je je best hebt gedaan om een meer menselijke en vreedzame wereld tot stand te brengen.
Ik dank u voor de eer en het voorrecht u toe te spreken.