Henry Moore

Laureaat Erasmusprijs 1968

Thema: Beeldhouwkunst

De Erasmusprijs ging dit jaar naar Henry Moore omdat hij als eerste Britse beeldhouwer van internationale allure in belangrijke mate heeft bijgedragen tot de hergeboorte van de Europese beeldhouwkunst. Rond de prijsuitreiking vond in het Kröller-Müller Museum een tentoonstelling plaats ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van de kunstenaar.

Henry Spencer Moore (1898-1986) studeerde aan het Royal College of Art in Londen en doceerde daarna tot 1939 aan dit instituut. Tijdens zijn reizen naar het vasteland van Europa bezocht hij prehistorische grotten, die hem zeer fascineerden. Groot was zijn bewondering voor het werk van Giotto en de vroege-renaissanceschilder Masaccio. Ook de sculptuur van Egypte, Griekenland, Afrika en vooral de precolumbiaanse kunst hadden veel invloed op hem. Al jong voelde hij zich aangetrokken tot het werk van Picasso en de beeldhouwer Brâncusi.

Moore heeft zich beziggehouden met fundamentele problemen in de beeldhouwkunst, zoals holle en bolle vormen, opening en massa en de relatie tussen deze elementen, zowel in de beeldhouwkunst als in de architectuur. Het typisch Engelse gevoel voor landschap en eerbied voor de natuur van materialen heeft hij betrokken bij een herschepping van de menselijke gestalte. Hij noemde dit zelf een humanistisch, organisch element van fundamentele betekenis. Moore wist traditie en creatie tot een eenheid te versmelten, waardoor archetypes van de twintigste-eeuwse beeldhouwkunst zijn ontstaan.

Henry Moore besteedde het bedrag van de Erasmusprijs aan het SPACE-project, een onderneming van de Arts Services Grants Ltd. dat zich bezighoudt met het verschaffen van ruimte aan kunstenaars door leegstaande gebouwen zoals scholen, fabrieken en pakhuizen te verbouwen. Tevens werd informatie gegeven aan groepen kunstenaars die op soortgelijke wijze ateliers wilden opzetten.