Gronden van verlening

De Erasmusprijs 1968 is verleend aan Henry Moore

omdat hij, openstaande voor het op het vasteland van Europa via cubisme en futurisme ingezette vernieuwingsproces in de beeldhouwkunst, aan de tweede phase van dit proces op grootse en overtuigende wijze heeft deelgenomen, waardoor hij zijn land – dat aanvankelijk in dit proces geen rol van betekenis vervulde – een vooraanstaande plaats in de wereld van de beeldhouwkunst heeft verschaft;

omdat hij daarmede het typisch Engelse gevoel voor het landschap en de natuur der materialen heeft betrokken bij een herschepping van de menselijke gestalte, door hem zelf een humanistisch organisch element van fundamentele betekenis in de sculptuur genoemd, waarin hij zowel de achtergrond der oude wereldculturen als het hedendaagse levensgevoel tot uiting bracht;

omdat hij in het geding tussen abstractie en figuratie door het scheppen van archetypes van de 20e eeuw, die gekenmerkt worden door nieuwe vormen en door het karakter van de materie, met zijn oeuvre in belangrijke mate heeft bijgedragen aan de hergeboorte van de Europese beeldhouwkunst.