Jan Tinbergen

Laureaat Erasmusprijs 1967

Thema: Econometrie

Professor Jan Tinbergen kreeg de Erasmusprijs – als eerste Nederlander – vanwege zijn baanbrekend werk in verband met de ontwikkeling van de nieuwe wetenschap econometrie. Hierdoor heeft hij bij de studie van economische problemen richtlijnen kunnen ontwikkelen die wereldwijd erkenning hebben gevonden. Daarnaast heeft hij zich, gedreven door idealisme en menselijke bewogenheid, sterk ingezet voor de ontwikkeling van derdewereldlanden.

Jan Tinbergen (1903-1994) studeerde wis- en natuurkunde in Leiden waar hij in 1929 promoveerde op een proefschrift getiteld Minimumproblemen in de natuurkunde en ekonomie. Van 1929 tot 1945 was hij verbonden aan het Centraal Bureau voor de Statistiek, waarvan de laatste tien jaar als directeur. In 1933 werd hij buitengewoon hoogleraar statistiek, economie en econometrie aan de Nederlandse Economische Hogeschool, de voorloper van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Van 1936 tot 1939 was Tinbergen verbonden aan het secretariaat van de Volkenbond te Genève. Daar schreef hij zijn bekende werken over het statistisch onderzoek van conjunctuurtheorieën, na al eerder een methode ontwikkeld te hebben om bij conjunctuurbeleid gebruik te maken van econometrische modellen. Hij was de instigator en eerste directeur van het Centraal Planbureau. In Rotterdam heeft hij een afdeling opgericht om in het belang van de ontwikkelingslanden programma’s op te stellen voor economische ontwikkeling op de lange termijn. Een van zijn theorieën was dat de grote bestaande economische ordes uiteindelijk zullen convergeren.

In 1969 ontving professor Tinbergen, tezamen met de Noorse Ragnar Frisch, de eerste Nobelprijs voor de economie.

Professor Tinbergen maakte met het geld van zijn Erasmusprijs een onderzoek mogelijk naar de geografische spreiding van industriële producten.