Laudatio

Majesteiten, Koninklijke Hoogheid, Excellenties, dames en heren,

Op maandag 1 mei 2006 beroofde Timothy J. Bowers een bank in Columbus, Ohio. Hij maakte 80 dollar buit, overhandigde het geld aan een beveiliger en wachtte rustig tot de politie zou komen om hem te arresteren. In de rechtszaal bekende hij meteen zijn schuld en vroeg hij de rechter of die hem wilde veroordelen tot een gevangenisstraf van drie jaar – precies de tijd die hij nodig had voor hij recht had op een pensioen. Timothy Bowers was 65 jaar, hij was te oud voor een arbeidsmarkt die op jonge, goedkope krachten is gericht en hij was te jong om aanspraak te maken op de steun van de staat.

Timothy Bowers wordt opgevoerd door Barbara Ehrenreich in haar boek This Land is Their Land. Reports from a Divided Nation, waarbij ze er ook fijntjes op wijst dat hij lang niet de enige is die de gevangenis als oplossing voor armoede heeft gekozen: de overgrote meerderheid van de Amerikaanse gevangenen behoort tot de laagste inkomensgroepen.

Zo’n anekdote over een man die het cachot als vluchtroute voor zijn armoede ziet, is typerend voor Ehrenreich. Ze richt zich in haar werk niet alleen op mensen die aan de onderkant van de samenleving leven, ze heeft ook een scherp oog voor de absurditeiten waar armoede toe leidt.

Voor haar journalistieke meesterwerk Nickel & Dimed. On (Not) Getting By in America stortte ze zich in de wereld van de werkende armen. Ze deed zich voor als gescheiden huismoeder zonder opleiding en werkervaring en probeerde maanden te leven van ongeschoold werk. Ze was zo serveerster en kamermeisje in Florida, schoonmaakster en verpleeghuishulp in Maine, en werkte bij de Walmart in Minnesota.

Ze kwam al snel tot de absurde conclusie dat je heel wat geld nodig hebt om arm te zijn: het is vrijwel onmogelijk een huis te huren als je onvoldoende geld verdient voor de borg en de inleg van een extra maand huur; en als je dan noodgedwongen in een goedkoop motel woont, lukt het niet om gezond en betaalbaar te eten omdat je er niet kunt koken. Omdat je van één laagbetaalde baan doorgaans niet kan leven, waren haar collega’s vaak banenstapelaars. En trouwens, stelde Ehrenreich, zelf gepromoveerd biochemicus, zoiets als ongeschoold werk bestaat niet – ook dat vraagt om grote praktische vaardigheden.

Barbara Ehrenreich toont in haar werk waar onderzoeksjournalistiek – het thema van de Erasmusprijs dit jaar – toe in staat is. Onderzoeksjournalistiek vraagt aandacht voor nog ongekende werkelijkheden en misstanden, maakt het onzichtbare zichtbaar. Daarmee vormt ze een correctie op de werkelijkheid die door de macht wordt uitgedragen, is ze een onontbeerlijke tegenmacht. Die tegenmacht kan ze vormen door het volgen van geldstromen en het onthullen van (financiële) schandalen, maar ook door meer sociale onderzoeksjournalistiek via diepgaande reportages. Zoals Ehrenreich deed in haar boek Nickel & Dimed, maar ook in Bait and Switch. The (Futile) Pursuit of the American Dream, waarin ze als werkzoekende liet zien hoe penibel de situatie van de middenklasse kan zijn. Een groep die wel over de juiste papieren beschikt, veelal een kantoorbaan heeft, maar bij fusies en overnames genadeloos kan worden afgevoerd.

Beide lange reportages zijn een mooi voorbeeld van onderzoeksjournalistiek waarbij ook de methode wordt blootgelegd. Ehrenreich gaat daarbij te werk als een soort empirisch journalist, ze dompelt zich onder in een onbekende wereld en gooit zichzelf daarbij in de strijd. Het is een manier om, zoals ze het zelf noemt, ‘a world apart’ niet alleen zichtbaar maar ook voelbaar te maken. Het is wat nu ook wel immersive journalism wordt genoemd: iets diepgaand ondergaan als journalist en daarvan verslag doen. Of zoals ze zelf ooit zei: ‘Affluent people can read it and have me as a guide. They’re looking through my eyes.’ Barbara Ehrenreich is de grand old lady van dit genre en heeft daarin veel navolging gekregen.

Ehrenreich heeft een indrukwekkend oeuvre op haar naam staan van ruim twintig boeken en een groot aantal journalistieke publicaties in uiteenlopende media als The Nation, Harper’s Bazaar, The Atlantic, The New York Times, The Guardian en Time Magazine. Als er een rode lijn in haar veelzijdige werk aangebracht zou moeten worden, dan zou dat de bedrieglijkheid van de Amerikaanse droom zijn. Niet voor niets noemde zij zichzelf ‘a myth buster by trade’, iemand die mythen doorprikt als beroep.

Of het nu om de arbeidsmarkt gaat, de gezondheidszorg of de fragiliteit van de middenklasse: telkens laat Ehrenreich zien dat het meritocratische ideaal dat de Amerikaanse droom behelst een fictie is die mensen vooral op zichzelf terugwerpt. In haar boek Smile or Die: How Positive Thinking Fooled America & The World, dat opnieuw een persoonlijke inslag heeft, schetst ze een hilarisch en snijdend beeld van de roze en infantiele wereld waar je in terecht komt als je borstkanker hebt. Maar alle roze lintjes en teddyberen spiegelen patiënten een vals idee voor: alsof kanker en andere rampspoed ‘overwonnen’ kan worden door positief te denken. Met als implicatie dat je als je níet geneest je niet optimistisch genoeg bent geweest. De wetenschapper Ehrenreich weet dat de ellende van kanker zich afspeelt op celniveau. En dat genezing of ziek blijven slechts het gevolg is van geluk of domme pech. De Amerikaanse droom en het dogma van het positieve denken, het zijn allebei mythen die problemen individualiseren in plaats van de structurele oorzaken ervan aan te wijzen.

Barbara Ehrenreich is niet alleen een veelzijdige schrijfster, ze heeft ook een fijnzinnige ironische pen. Ze is empathisch maar ook buitengewoon geestig. Haar journalistiek gaat daarbij altijd hand in hand met scherpzinnige, zo niet provocatieve analyses. Zoals de volgende: ‘When someone works for less pay than she can live on (…) she has made a great sacrifice for you. The “working poor” (…) are in fact the major philanthropists of our society. They neglect their own children so that the children of others will be cared for; they live in substandard housing so that other homes will be shiny and perfect; they endure privation so that inflation will be low and stock prices high. To be a member of the working poor is to be an anonymous donor, a nameless benefactor, to everyone.’

Bovenal is haar voortdurende maatschappelijke engagement bewonderenswaardig. Ehrenreich schreef al over de groeiende kloof tussen arm en rijk, over werkende armen en over de angst van de middenklasse om uit haar comfortabele bestaan te vallen toen dat nog nauwelijks politieke thema’s waren. Ze maakte daadwerkelijk het onzichtbare zichtbaar. En daar zet ze zich nog steeds voor in, de laatste jaren in het mede door haar opgerichte Economic Hardship Reporting Project. Daarbij helpt ze jonge journalisten, die niet zelden zelf in precaire omstandigheden verkeren, om hun verhaal te vertellen en het te slijten aan gerenommeerde media.

Barbara Ehrenreich, met uw moed om uzelf in de strijd te werpen, uw niet aflatende nieuwsgierigheid voor het onbekende, uw medeleven met de ‘gewone’ mensen over wie u schrijft en de scherpe inzichten die u formuleert, staat u voor de waarden van Erasmus. Het is mij dan ook een eer u namens de Stichting te feliciteren met de toekenning van de Erasmusprijs.

Uitgesproken door Xandra Schutte, namens het Bestuur, 27 november 2018