Dankwoord

Dames en heren,
Het ontvangen van de Erasmusprijs is voor mij meer dan een grote eer. Het is vooral een belangrijk ethisch compromis, dat een krachtig beroep doet op mijn verantwoordelijkheid als mens en als artiest.
Ik draag deze beroemde onderscheiding op aan al die altruistische muziekdocenten die mij met een bewonderingswaardige solidariteit en sterk geloof gedurende meer dan vier decennia hebben begeleid bij het oprichten en de verdere ontwikkeling van het nationale systeem van jeugd- en kinderorkesten en koren van Venezuela. Bij het uitvoeren van onze taak krijgen wij dagelijks te maken met het fundamentele belang van waarden als tolerantie, culturele diversiteit en de vrije uitdrukking van kritisch denken, een wereldwijd geldend ideaal dat de inspiratie vormt voor de Stichting Praemium Erasmianum bij haar werk voor de samenleving, de kunsten en sociale wetenschappen. Deze stichting lijkt mij een waardige boodschapper van het diepe gedachtengoed van Erasmus: kennis zal prevaleren boven onwetendheid, orde over chaos; dit alles door een hoge standaard van humanistische opvoeding vol beschavende energie, en doordrenkt van de geest der klassieken in optimale vorm.
Anderzijds stemt zo’n belangrijke bijdrage geheel overeen met de uitzonderlijke samenwerking die Nederland altijd heeft geboden op het gebied van de muzikale opvoeding van de jeugd van ons land,speciaal in de persoon van Zijne Excellentie, oud-ambassadeur Dick den Haas, wiens persoonlijk commitment het Venezolaanse systeem van orkesten tot grote academische en muzikale successen heeft gestimuleerd. In dit verband wijs ik erop dat het Venezolaanse systeem van jeugd en kinderorkesten momenteel meer dan 370.000 kinderen omvat uit de midden- en lagere inkomensgroepen uit alle provincies van het land.
Wat ons vandaag, meer dan voorheen, bezighoudt is de doelstelling om door muzikale opvoeding de jongens, meisjes en adolescenten die van de straat leven, een waardig leven te geven; de kinderen van basisschool en scholen van voortgezet onderwijs; kinderen en adolescenten die een ernstige lichamelijke en geestelijke handicap hebben, en jongelui, zowel jongens als meisjes, die wij leren muziekinstrumenten te bespelen en hun stem te gebruiken in de gevangenissen waar zij hun terugkeer afwachten naar de samenleving als muziek professionals.
Al vanaf mijn kindertijd voelde ik me geroepen tot de muziek en had ik de mogelijkheid die roeping te omarmen. Dat verklaart waarom ik dat wenste te delen met zoveel mogelijk Venezolaanse jongeren en kinderen, die in de marge leefden en van alles uitgesloten waren.
Zonder enige twijfel moest dit gaan betekenen dat de toenmalige opvattingen over het aanleren en onder de knie krijgen van de muziek radicaal veranderd moesten worden, want deze waren vrijwel geheel toegespitst op individueel onderricht en het individueel bespelen van een instrument.
Dientengevolge moesten de doelstellingen en werkmethoden van scholen en conservatoria anders ingevuld gaan worden, in de hoop het muzikale onderwijs in mijn land een sterkere positie te geven bij het overgrote deel van de bevolking.
En zo werd, met de trouwe steun van enkele prijzenswaardige Venezolaanse leraren, vanaf februari 1975 stevig vastgehouden aan het pedagogische, sociale en artistieke principe dat dagelijkse deelname aan orkest- en kooractiviteiten, in de relatie tussen leraar en leerling, moet worden opgevat als een onmisbare aanvulling van de individuele opleiding.
Op dit moment maakt El Sistema een versnelde groei door in Europa en Azië, het ontkiemt in Zuid-Afrika en verlicht de muzikale horizon van Australië en Nieuw-Zeeland. Het droombeeld van het project heeft voor al degenen die spelen, zingen en van binnenuit de voorvechters zijn, de vorm en omvang aangenomen van een groots en prachtig Sistema Planetario.
Gebruikmakend van de enorme maatschappelijke impact van Het Systeem, proberen wij in Venezuela mensen met muziek tegemoet te treden, niet alleen in concertzalen, maar ook in het leven van alledag, tegen het verkeerd gebruik van vrije tijd, tegen drugs en geweld, en zo tegelijkertijd de behoeftigen in contact te brengen met esthetische vorming en het leven van de kunst. Materiële armoede zal categorisch bestreden worden met de verheven spirituele rijkdom die door muziek ontstaat. Sociale en culturele rechtvaardigheid vormen twee aspecten van een enkele, onlosmakelijke dimensie.
De grote erfenis van Erasmus indachtig, hebben wij de ambitie om de rest van ons leven te wijden aan de droom van een nieuwe muzikale kunst, een kunstvorm die los van zijn esthetische dimensie, staat als een succesvol symbool van menselijke ontwikkeling en wedergeboorte van ethisch bewustzijn: een tempel van schoonheid en waarheid, een paradijs van liefde en hoop voor alle kinderen van de wereld. In de ontzagwekkende erfenis van Erasmus van Rotterdam wordt fanatisme en oorlog veroordeeld. Zijn gedachtengoed staat voor het ideaal van een creatieve sociale structuur, en menselijke betrekkingen gestuurd door harmonie, rede en rechtvaardigheid.
Ik wil deze woorden besluiten met U, Koninklijke Hoogheid, en de Stichting Praemium Erasmianum te bedanken voor de genereuze solidariteit met het ideaal van een wereld omspannende jeugdmuziekbeweging, een beweging die in eerste instantie is gewijd aan de uitgeslotenen en de armen, een beweging die een teken is van een universele cultuur van de vrede.