Biografie


John Grahame Douglas Clark (1907 – 1995) studeerde in Cambridge waar hij zijn gehele carrière opbouwde. Begonnen als assistant-lecturer in Archaeology – onderbroken door W.O. II, waarin hij bij de R.A.F. aangesteld was voor de Air Intelligence and Air History (luchtfoto-interpretatie) – werd hij University lecturer en al spoedig Disney Professor of Archaeology and Ethnology. Zijn verkiezing tot Master van Peter House, het oudste college in Cambridge mag als een hoge erkenning van zijn capaciteiten worden beschouwd. Grahame Clark deed al vroeg van zich spreken door twee overzichtswerken. In 1932 kwam The Mesolithic Age in Britain uit, waarop in 1935 The Mesolithic Settlement of Northern Europe volgde. Hiervan verscheen in 1975 een herziene druk. In 1935 werd hij de eerste editor van de Proceedings of the Prehistoric Society, een functie die hij 35 jaar zou vervullen. De ‘Proceedings’ zijn onder Clark’s leiding uitgegroeid tot een internationaal hoog gewaardeerde periodiek, waarin behalve artikelen betrekking hebbend op het Verenigd Koninkrijk ook verhandelingen over het Europese vasteland en buiteneuropese onderwerpen zijn opgenomen. De behoefte om grote lijnen te trekken blijkt voorts uit zijn in 1940 uitgekomen Prehistoric England (tweede druk 1962). In 1939 was reeds verschenen Archaeology and Society (tweede druk 1957). Met dit boek legde Clark de basis voor de aandacht voor het theoretisch-archeologisch denken, waar de indrukwekkende reeks ‘New Directions in Archaeology’ uitgegeven door zijn instituut in Cambridge uit is voortgekomen.

Ook aan de basis van het vak, in het veldwerk, heeft Clark zijn sporen verdiend. Daarbij richtte hij zich eerst op de landstreek rond Cambridge, East Anglia, waar hij o.a. bij Peacock’s Farm aantoonde van welk belang archeologisch onderzoek van de Fenlands is. Zijn interesse voor het mesolithicum leidde tot het doen van opgravingen te Starr Carr, Yorkshire, die exemplarisch zijn door zijn wijze van gebruik maken van alle denkbare hulpwetenschappen voor de archeologie. Voor de publicatie van dit onderzoek in 1954 vervaardigde hij zelf de tekeningen.

Van grote invloed op het denken over de prehistorische archeologie tot ver buiten Engeland is stellig Clark’s boek Prehistoric Europe – the Economic Basis uit 1952 geweest. Hierin wees hij nadrukkelijk de weg naar het toepassen van ethnografische informatie. Het boek werd zelfs in het Russisch en Pools vertaald. In 1959 verschijnt The Prehistory of Southern Africa, in 1961 gevolgd door World Prehistory – An Outline (herdrukt in 1962, herzien in 1977). Met Stuart Pigott schreef Clark Prehistoric Societies (1965), een overzicht van de Europese prehistorie, dat hogelijk gewaardeerd wordt. Aspects of Prehistory (Berkeley 1970) is de neerslag van zijn aldaar gehouden colleges. Clark is lang actief gebleven, getuige zijn The Identity of Man as seen by an Archaeologist uit 1982 en Symbols of Excellence; Precious Materials as Expression of Status uit 1986.

Grahame Clark kan worden beschouwd als een prehistorisch archeoloog die zijn vak van de meest gedetailleerde analyse tot het hoogste niveau van synthese op uitnemende wijze heeft beoefend. Daarbij heeft hij de ecologie en de antropologie in hoge mate betrokken. Clark heeft niet geaarzeld zijn visie te geven op de ontwikkelingen in de prehistorie van Europa en de gehele wereld. Zijn economische invalshoek moet als een gezonde basis voor de prehistorische archeologie gezien worden.

Hoe groot de invloed van Clark op de Europese archeologie is geweest, laat zich moeilijk in getallen uitdrukken. Vast staat echter dat men één of meer van zijn werken aan zal treffen op de literatuurlijst van iedere student in de prehistorie van Europa.