Laudatio

Majesteit, Koninklijke Hoogheden, Excellenties, Dames en Heren

Zolang de mens bestaat heeft hij gezocht naar een allesbeheersend en algemeen geldend beginsel en heeft hij uiting gegeven aan een verlangen de wereld als een eenheid te zien. Oosterse en westerse mystici hebben al eeuwen geleden deze gedachte onder woorden gebracht. Van oudsher wezen filosofen ons op de eenheid van al het bestaan en op de samenhang tussen alles wat verband houdt met de natuur, de mens en het denken. Zelden echter hebben hun gedachten weerklank gevonden in de politiek of in het sociale gedrag van de mens.
Wanneer wij ons de situatie realiseren waarin de wereld zich thans bevindt en wanneer wij beseffen hoezeer wij leven in een wereld van onderlinge afhankelijkheid, dan worden wij ons bewust van de dwingende noodzaak een samenhangend model van de wereld en het bestaan te creëren om daarmee tenslotte tot een holistische kijk op het leven en de wereld te komen. Het is de grote verdienste van onze laureaat dat hij, niet zozeer uit een mystieke achtergrond maar uit rationeleoverwegingen ons erop wijst dat ‘de gehele wereld één is en dat het slechts de blindheid van de mens is die maakt dat hij die essentiële eenheid niet kan zien’. Want, is het niet typerend voor onze tijd dat wij voor het eerst letterlijk in staat zijn de aarde in zijn geheel te beschouwen, zoals blijkt uit het programme dat U allen ontvangen heeft.
Alexander King wijst ons er op dat nu het moment is gekomen voor een totale ommekeer in ons denken en voor een synthetische wereldbeschouwing gezien de alarmerende problemen waarvoor de moderne wereld zich gesteld ziet, zoals – om U enkele te noemen: – de onzekere financiële wereldsituatie waarin zich opstapelende nationale schulden steeds duidelijker worden; – het dode punt waarop de Noord-Zuid dialoog zich bevindt, waardoor onder andere de kloof tussen arme en rijke landen steeds groter wordt; – het onvermogen om de wapenwedloop in te tomen en de enorme bedragen die vooral ook ontwikkelingslanden hieraan uitgeven, hoewel thans hoop op verbetering lijkt te bestaan; – de uitputting van sommige grondstoffen; – de voordurende achteruitgang van onze omgeving, waaronder het oprukken van de woestijnen en ontbossing, iets waar ik dagelijks mee te maken heb in mijn functie als Oprichter/President van het Wereld Natuur Fonds. Deze lijst is niet compleet. De problematiek wordt beheerst door steeds sneller groeiende veranderingen. Door de complexiteit wordt onze onzekerheid bovendien steeds groter en gaan wij steeds meer het onvermogen van politici en instellingen zien om aan al deze problemen het hoofd te bieden. Vaak hebt U erop gewezen dat de regeringsmachinerie buitengewoon slecht uitgerust is om de huidige complexiteit aan te pakken, omdat de bestuurstructuren bestaan uit verticaal opgebouwde departementen. Daarbij komt dat het ambtenarenapparaat getraind is om stabiliteit en continuiteit te garanderen en niet om veranderingen voor te bereiden. Daarom wijst U politici er voortdurend op dat wij te maken hebben met een ingewikkeld complex van elkaar onderling beïnvloedende problemen die daardoor niet apart aangepakt kunnen worden en waar het verticaal gestructureerde regeringsapparaat, hoe machtig ook, betrekkelijk machteloos tegenover staat. Politieke acties alleen zijn niet voldoende, evenmin als de pogingen van de econoom, de ingenieur, de wetenschapper of de socioloog alleen. Zo’n andere aanpak is echter moeilijk te verwezenlijken in onze huidige democratische systemen die gebaseerd zijn op parlementaire of presidentiële cycli van vijf jaar of minder. Hierdoor worden zowel de regering als de oppositie gedwongen tot korte-termijn kosmetische maatregelen ten koste van meer fundamentele, maar verder in het verschiet liggende problemen. Totalitaire regimes kennen dit probleem niet, maar hebben daarentegen te kampen met een immobiel ambtenarenapparaat. ‘Tengevolge hiervan hebben nationale beleidsmakers een afnemende mate van vrijheid om hun binnenlandse problemen aan te pakken en hoewel het schip der souvereiniteit lek is, gaan de politieke leiders voort alsof iedere natie de volledige beheersing zou hebben over zijn eigen zaken’, zo schreef U eens.
Het is met name een illusie te denken dat nieuwe inzichten in de natuurwetenschappen of nieuwe technische ontwikkelingen aan de grenzen kunnen worden tegengehouden. Daarom was het zo belangrijk dat U de regeringen van de OECD-lidstaten als het ware dwong systematische aandacht aan wetenschap en technologie te besteden om hun bevolkingen voor te bereiden op alle veranderingen die zich op niet te stuiten wijze aankondigen. Wat wij nodig hebben is een gelijktijdige aanval. Dat vereist een nieuwe economische orde die het gevolg is van beter begrip op grond van een verlicht humanisme, omdat de huidige problemen uitstijgen boven ideologieën. Het zou Erasmus, de naamgever van deze prijs, goed doen te horen dat het nodig is onze humaniteit te hervinden, wars van totalitaire heilsboodschappen, sociale utopieën of nationalistische gevoelens.
Met niet-aflatende energie, gedreven door Uw enthousiasme en grote realiteitszin, wijst U regeringen erop dat meer serieuze aandacht gegeven moet worden aan lange-termijn en vaak meer fundamentele problemen. En Uw energie kent inderdaad geen grenzen. Kenmerkend is dat U als jongen reeds alleen per fiets langs de Noordkaap trok en U per kano de Donau afvoer – even later leidde U een expeditie naar de Jan Mayen eilanden; ik heb begrepen dat U morgenochtend vroeg naar de Verenigde Staten vertrekt om een vergadering in Atlanta voor te zitten.U maakt ons duidelijk dat de tijd nu rijp is voor een herwaardering van de wereldorde en een onderzoek naar alternatieve benaderingen die gebaseerd zijn op onderling afhankelijkheid en zelfstandigheid. Voordat wij onszelf vernietigen moeten wij op tijd onze eigen toekomst scheppen. In de mens die de evolutie nu zelf in handen heeft, zal een ommekeer plaats moeten vinden zoals nog nooit in de geschiedenis heeft plaatsgevonden.
In het licht van bovenstaande is het duidelijk dat zowel in onderwijs en onderzoek een fundamentele verandering van de bovenstaande wetenschappen nodig is, willen zij voldoende doordringen in en inwerken op de evolutie van menselijke kennis. Ook onze universiteiten en research-instituten zijn nog voornamelijk mono-disciplinair. In Uw belangrijkste publicatie ‘Science and Policy’ uit 1974 en in het zogenaamde Brooks rapport uit 1971 dat handelt over ‘Science, Growth and Society’ en waarvan u de initiator was, wordt gewezen op het belang vaa een nationaal wetenschapsbeleid waar binnen een sociaal kader, zowel fundamenteel onderzoek kan worden uitgevoerd als ook technologische ontwikkeling kan worden bevorderd. Dat wetenschapsbeleid nu een internationale zorg wordt, zien wij steeds duidelijker. Binnen de OESO hebt U veel gedaan om regeringen te overtuigen wetenschap, onderwijs en onderzoek tot een gezamenlijke zorg te maken. Vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog toen U hebt behoord tot de door Churchill opgezette denktank is U gebleken dat wetenschap een belangrijke vernieuwer kan zijn, meer dan een dienaar van conventionele technologie. Toen al bleek het belang van internationaal onderzoek: de jetmotor, the korte-golf radar, peniciline, DDT, and het concept van nucleaire energie zijn ontwikkeld op basis van Europees onderzoek. Wetenschap en technologie zijn nog belangrijker geworden, omdat de wereld door deze nieuwe mogelijkheden thans een nieuwe technische revolutie doormaakt die waarschijnlijk een grotere invloed op de samenleving zal hebben dan de industriá‰ále revolutie in de vorige eeuw. Ontwikkelingen op het terrein van de biochemie, Uw oorspronkelijke vakgebied, micro-electronica en nieuwe materialen zullen onze nabije toekomst bepalen. Van een industriële samenleving gaan wij naar een samenleving in essentie gebaseerd op informatie. Onze informatie-maatschappij komt naar voren als het resultaat van de wisselwerking van wetenschappelijke, technologische, economische, sociale en culturele krachten en dus niet louter als gevolg van een technische ontwikkeling. Vele paralellen ervaart onze samenleving met wat de biochemici ontdekken in de genetische informatie-overdracht met DNA dat gebleken is een uitzonderlijk medium voor informatie-overdracht te zijn. Ook dit alles zal tenslotte onderlingen afhankelijkheid van individuen en staten in hoge mate vergroten, omdat vooruitgang in wetenschap en technologie niet stopt bij nationale grenzen.
Maar, laten wij met U hopen, Dr. King, dat deze ontwikkeling niet een versterking van het bureaucratische en onpersoonlijke beeld van de dienstensector van vandaag zal betekenen, maar kwalitatieve in plaats van kwantitatieve groei die creatieve activiteiten aanmoedigt. Zoals al even aangestipt, hebben Uw stimulerende initiatieven zich ook bewogen op het terrein van nieuwe vormen in onderwijs. Onze universiteiten moeten tot maximale creativiteit en vernieuwing aanzetten om de mensen de huidige wereldtrends en de complexiteit van het heden duidelijk te maken en alternatieven te laten vinden. U pleit daarbij voor een verbetering van de status van de leraar op alle niveaus omdat U diens beroep de hoogste prioriteit wilt geven.
Uit bovenstaande moge duidelijk zijn hoe groot Uw eigen voorstellend vermogen is en hoe visionair Uw visie is waaraan U een onverstoorbaar vertrouwen in de creativiteit en het adaptievermogen van de mens en de uiteindelijke triomf van het Goede paart. Onder de vele organisaties waaraan U Uw bijdrage hebt geleverd, zijn het vooral de OESO, waarin U directeurªgeneraal wetenschapsbeleid was, de International Federation for Advanced Study, waarvan U van 1974 tot 1984 voorzitter was en de Club van Rome, waarvan U sinds 1984 president bent, waaraan U Uw beste krachten gegeven hebt. Aldus bent U een animator en stimulator van ideeá‰án die in staat is een samenvattende aanpak van problemen te presenteren en verbindingen en lijnen te zien die naar de toekomst wijzen. Een vijftiental jaren geleden leefden wij nog in een tijd van analyse, nu bereiken wij de tijd van synthese. Complexiteit betekende vroeger onwetendheid; dat wij nu een beter inzicht in deze complexiteit hebben is grotendeels aan U te danken. U bent erin geslaagd, binnen internationale organisaties, regeringen op één lijn te krijgen en een begin van mentaliteitsverandering te bewerkstelligen waar ook ter wereld. U gaf concrete wegen aan om na filosofie en analyse handelend op te treden. In dit kader is het verheugend te vernemen dat Gorbatchov U onlangs uitnodigde om de wereld-toekomst te bespreken. Door Uw wereldwijde aanpak van problemen weet U de kloof tussen de twee culturen wetenschap en humaniora te overbruggen. Om dit te illustreren wil ik besluiten met een citaat van de filosoof en oud-laureaat Karl Jaspers waaruit blijkt dat U – van oorsprong chemicus – door Uw activiteiten geheel beantwoordt aan de doelstellingen die Jaspers aan de filosofie stelt. Ik citeer: ‘Was soll die Philosophie? Sie lehrt wenigstens, sich nicht täuschen zu lassen. Keine Tatsache und keine Möglichkeit lässt sie beiseiteschieben. Sie lehrt dem wahrscheinlichen Unheil ins Angesicht zu blicken. Si stört die Ruhe in der Welt. Aber sie verwehrt auch die Unbesonnenkeit das Unheil für unausweichlich zu halten. Denn noch liegt es auch an uns, was wird. Die Philosophie könnte, wenn sie in ihrem Denken kräftig, für Menschen überzeugend und durch Menschen, aus denen sie spricht, glaubwürdig würde, ein Faktor der Rettung sein. Sie allein ist es die die Denkungsart wandeln kann’. Met deze woorden wil ik U, Dr. King, de Erasmusprijs 1987 overhandigen.

(uit Karl Jaspers, Kleine Schule des philosophischen Denkens, Vorlesungen, die Philosophie in der Welt, Serie Piper, 1974)