Laudatio

Majesteiten, Koninklijke Hoogheden, Excellenties, dames en heren,

In augustus van dit jaar werd het 23ste Wereld Congres van de Filosofie gehouden in Athene. Een van de doelstellingen van de conferentie was om de rol en verantwoordelijkheden van de hedendaagse filosofen te bediscussiëren. Ongeveer 3000 wijsgeren uit de gehele wereld kwamen voor deze conferentie naar Athene. Dit bracht een Griekse links-liberale krant er toe te klagen dat filosofen in tijden van crisis te stil waren

“Dit is het meest overtuigend bewijs dat de filosofie helemaal vast zit in academia en dat zij onderworpen is aan misvorming in een systeem dat de belangen dient van pragmatisme, utilitarisme en uiteindelijk cynisme… Na zich zo lang te hebben aangepast aan de behoeften van een lucratief model van onderzoek en onderwijs, heeft wijsbegeerte de vorm aangenomen van een autistische, zichzelf bedienende discipline. Het is geen toeval dat het sociale stereotype van de filosoof dat van iemand is die alleen in zijn eigen wereld leeft. Meer een drop-out dan een militante intellectueel die vragen stelt uit naam van de samenleving en opstaat tegen de gevestigde machten.”

Misschien had die journalist de lijst van deelnemers niet goed genoeg bekeken, want er was ten minste één senior Duitse deelnemer, die – zoals de journalisten hadden moeten weten – voor 100% het tegendeel was van het stereotype beeld van de filosoof die ‘alleen in zijn eigen wereld leeft.’ In een toespraak voor een afgeladen collegezaal aan de Universiteit van Athene analyseerde Jürgen Habermas de Europese crisis vanuit het perspectief van het gebrek aan politieke solidariteit. Hij redeneerde dat de EU, in plaats van de democratie uit te breiden en de werkwijze aan te passen, steeds meer een technocratie aan het worden was, waarin de lidstaten deelnemen zonder betrokkenheid van de burgers. Habermas bekritiseerde de Duitse regering en stelde dat onder haar leiding de EU bij haar poging de crisis op te lossen, prioriteit gaf aan de fiscale balans van elke lidstaat afzonderlijk, boven al het andere. Volgens Habermas is politieke solidariteit vereist om de crisis op te lossen. Hij bekritiseert de machtige EU leden voor hun opportunistisch, kortetermijndenken, voor het zich onttrekken aan hun verantwoordelijkheden door niet uit te leggen aan hun burgers dat zonder deze solidariteit het project een doodlopende weg is en de ontwikkeling van de eurozone verder verzwakt wordt.

Dames en heren, de standpunten die Jürgen Habermas herhaaldelijk naar voren heeft gebracht met zoveel overtuigingskracht, zijn geworteld in een lang leven van toegewijde studie van de openbare ruimte. Zijn grote werken zoals Strukturwandel der Öffentlichkeit waarin hij het standpunt verdedigt dat democratie een conditio sine qua non is voor werkelijke vooruitgang, en het boek Theorie des kommunikativen Handelns, hebben zijn autoriteit gevestigd als een van de grote denkers van onze tijd. Habermas heeft een enorm oeuvre van boeken en andere geschriften opgebouwd. Zijn werk is kritisch, ondogmatisch en overstijgt de gebruikelijke grenzen van gevestigde specialismen. Het doorkruist een uitgestrekt gebied – ethiek, wetenschapsfilosofie, taalfilosofie, politieke theorie, sociologie, sociale filosofie en culturele theorie. Daarnaast is hij, vanaf de vijftiger jaren van de vorige eeuw, onvermoeibaar in debat gegaan over urgente politieke kwesties, zoals kernbewapening, de Duitse deling, terrorisme, de oorlog in Irak, en meer recentelijk, het punt van de Europese integratie. Zijn bijdragen worden altijd gekenmerkt door een hoge mate van autonomie, hij betrekt stellingen die hem vaak op kritiek komen te staan van tegengestelde zijden van het politieke spectrum. Deze autonome en kritische houding in het huidige politieke debat is een direct gevolg van zijn academisch werk. Als er één rode draad is in zijn activiteiten, dan is het wel zijn poging om wederzijds begrip te bewerkstellingen in een redelijke en open dialoog. De verbinding bestaat uit het publieke gebruik van de rede: van de publieke ruimte via communicatieve actie en rationaliteit tot discours ethiek en dan, ten slotte, tot deliberatieve democratie. Au fond zal waarheid moeten prevaleren boven macht; communicatie moet gebaseerd zijn op de gelijkheid van deelnemers, op alle gebieden: politiek, wetenschap en ethiek. Dit zijn de basisingrediënten van Habermas’ redenatie; zij vormen de sleutel tot zijn volharding, zijn betrokkenheid en geloof in een rationele route naar emancipatie en verlichting.

De Stichting Praemium Erasmianum heeft als thema voor de Erasmusprijs van 2013 ‘de toekomst van de democratie’ gekozen. Het idee van de vertegenwoordigende parlementaire democratie is voor velen een aantrekkelijk bestuursmodel. Maar democratie is niet zo vanzelfsprekend. De gedachte is omarmd door regio’s en landen die zich van dictaturen hebben bevrijd, zoals in Oost-Europa en Zuid-Amerika. Andere regio’s, zoals China en Singapore hebben in plaats daarvan economische en sociale resultaten gekozen als basis om de samenleving te organiseren. Maar ook daarbuiten wordt het democratisch model geconfronteerd met problemen van praktische haalbaarheid en geloofwaardigheid. Kan de parlementaire democratie, een model dat ontwikkeld is op nationale basis, met zijn langzame besluitvormingsprocedures stand houden tegenover internationale uitdagingen zoals klimaatsverandering, financiële crises en nieuwe communicatietechnologieën? Of andere uitdagingen zoals de voortgaande liberalisering van de wereldhandel? Kan de macht van de markt gecontroleerd worden door nationale overheden, terwijl deze binnen de grenzen blijven van de normatieve, democratische, constitutionele staat? De Europese integratie is een ander probleem. Aan de ene kant is ‘Europa’ een garantie voor veiligheid, beschermt de fundamentele rechten van de burger, en zorgt ervoor dat het systeem niet terugglijdt in een dictatuur. Anderzijds wordt ‘Europa’ bekritiseerd vanuit het perspectief van de vertegenwoordigende democratie vanwege een gebrek aan transparantie en een democratisch deficit. Dit klemt te meer omdat steeds meer macht wordt overgedragen aan supranationale instellingen van de EU. Zelfs uitgesproken voorstanders van een meer gecentraliseerd Europees bestuursmodel lopen tegen een probleem aan, zolang er de overheersende achterdocht is dat verdergaande Europese integratie interfereert met de nationale democratieën. De vraag is hoe een zinvolle Europese integratie gelijk kan opgaan met een versterking van democratische waarden, die in het verleden altijd geassocieerd waren met de natiestaat.

Dames en heren, in de persoon van professor Jürgen Habermas heeft onze Stichting een laureaat gevonden die in praktijk en geschrifte dit thema van de toekomst van de democratie belichaamt. Meer dan een halve eeuw lang heeft Jürgen Habermas gereflecteerd op sociaal-politieke ontwikkelingen in de wereld. Hij was getuige van de oprichting van de Europese Unie en is sindsdien toegewijd aan het Europese project. Hij gelooft in een democratisch Europa en geeft in zijn geschriften doordachte perspectieven voor de toekomst van Europa. Centraal in zijn denken staat de democratie en de betrokkenheid van de bevolking. Habermas maakt scherpe analyses van mondialiseringsprocessen en de consequenties van liberalisering, waarbij hij wijst op het probleem van de democratische controle. Hij maakt zich zorgen over een mogelijk verlies van democratische waarden temidden van geglobaliseerde financiële markten, maar blijft geloven in het debat, in de ratio als de bron voor politiek en de gelijkheid van de mensen. Hij is scherp en kritisch in zijn analyse van de politiek en van waar het de verkeerde kant opgaat. Tegelijkertijd is hij optimistisch in zijn verwachtingen, omdat hij hoopt op een ‘Wende’ in een rationele richting, gebaseerd op het debat tussen gelijken. Enerzijds geeft hij een positieve interpretatie van de oorsprong van de Europese Unie, het juridisch discours tussen staten en dat tussen staten en de EU. Anderzijds waarschuwt hij voor de opkomst van een technocratie die zich losmaakt van democratische controle indien politieke unie niet wordt bereikt. Hij bekritiseert de politieke elites om hun kortetermijndenken en voor het feit dat zij er niet in slagen een brede democratische steun te scheppen voor Europa. Niettemin beschouwt hij een verdergaande politieke integratie van Europa als wenselijk en onvermijdelijk.

Habermas wordt dikwijls geciteerd en zijn publicaties blijven grote belangstelling trekken. Vooraanstaande politici halen zijn standpunten met instemming aan. Habermas’ werk omspant meer dan vijf decennia en toont geen tekenen van verzwakking. Terecht wordt hij het filosofisch geweten van democratisch Duitsland genoemd. Als betrokken publiek intellectueel wordt hij ook gehoord en gewaardeerd in de rest van de wereld. Habermas is het perfecte voorbeeld van een publiek intellectueel, een innemend denker, die prikkelt tot verder denken over zaken als menselijke dialoog, democratie en menselijke waardigheid. Zijn humanistische denkbeelden en betrokkenheid bij de toekomst van Europa maken hem tot een voorbeeld bij uitstek van de Erasmiaanse waarden die onze Stichting zo graag hoog houdt.

Professor Habermas, namens onze Stichting wil ik u gelukwensen met de Erasmusprijs.

(Uitgesproken op 6 november 2013 door Maria Grever, bestuurslid van de Stichting Praemium Erasmianum)