Klaas Rozemond

Winnaar Dissertatieprijs 1998

Dissertatie
Strafvorderlijke rechtsvinding

Promotoren: Prof. mr. T.M. Schalken, Prof. mr. A. Soeteman en Prof. mr. J.W. Fokkens
Voordracht: Vrije Universiteit, Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Overwegingen van de selectiecommissie

De betekenis van deze dissertatie ligt in de grondige analyse van de problemen van het strafprocesrecht in het licht van de achterliggende waarden, belangen en beginselen en in het daarmee verbonden streven naar coherente oplossingen. Aan de hand van de theorieën van Paul Scholten, Ronald Dworkin en John Rawls wordt een constructivistische methode van rechtsvinding beschreven waarmee rechters moeilijke strafvorderlijke gevallen kunnen oplossen. Deze methode wordt vervolgens toegepast op enkele moeilijke gevallen uit het strafprocesrecht (de uitleg van de term onderzoek aan het lichaam, de bruikbaarheid van anonieme getuigenverklaringen als bewijs en de normering van buitenwettelijke opsporingsmethoden). Met behulp van de constructivistische methode worden enkele fundamentele strafvorderlijke beginselen geanalyseerd. Tenslotte wordt de normatieve structuur van het strafprocesrecht beschreven aan de hand van het doel van het strafproces (het vinden van de materiële waarheid), het beginsel van gelijkwaardigheid van personen en de vitale belangen die bij de strafvordering in het geding zijn.