Kostiantyn Gorobets

Winnaar Dissertatieprijs 2023

Dissertatie
Contemplating an uneven landscape: the authority of international law.

Promotor: Prof. dr. P.C. Westerman & Prof. dr. M.M.T.A. Brus
Copromotor: Dr. A.J.J. de Hoogh
Voordracht: Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Overwegingen van de selectiecommissie

Sommige wetenschappelijke werken zijn actueel omdat ze tijdloos zijn. Kostiantyn Gorobets’ proefschrift Contemplating an Uneven Landscape: The Authority of International Law is daar duidelijk een van. Het gaat in op de aard van het internationaal recht en is er daarom eeuwigdurend. En dat in een tijd waarin dat internationaal recht aan het wankelen wordt gebracht en geweld wordt aangedaan, hetgeen Gorobets dissertatie ook heel erg actueel maakt. Veel rechtsgeleerden zien de meedogenloze oorlog die Gorobets’ geboorteland teistert als een duidelijk voorbeeld van het vervagen van de regels van het internationaal recht.

Een gewapend conflict kan een vernietigende uitwerking hebben op het gezag van de wet. Zoals Erasmus in zijn Adagia schrijft:

“Sommigen kennen maar één motief om naar de wapens te grijpen: dat ze op die manier gemakkelijker een terreurbewind kunnen uitoefenen over hun onderdanen. Want in vredestijd leggen het gezag van de staatsraad, de waardigheid van de hoge ambtenaren en de kracht van de wetten de willekeur van de vorst nog genoeg aan banden. Maar nauwelijks is de oorlog begonnen, of het hele politieke bestel wordt prijsgegeven aan de willekeur van slechts enkelen”.

Erasmus’ visie op de broosheid van de wet is zeker niet de enige opvatting. Wellicht zou hij gecharmeerd zijn geweest door de manier waarop deze dissertatie een paar stappen terug doet, uitzoomt, voor een frisse blik op de eigenlijke aard van het internationaal recht.

Gorobets beargumenteert, in zijn bijzonder originele proefschrift, heel elegant dat we het gezag van het internationale recht op zijn eigen merites moeten beoordelen; het is anders, niet lager of minder. Daarbij gebruikt hij de metafoor van het internationaal recht als een geaccidenteerd landschap, waarin men niet alleen de toppen, maar ook de dalen dient te bestuderen. Gorobets betoogt dat het gezag van het internationale recht niet zozeer voortkomt uit de normerende inhoud alleen, of uit de persoon van degenen die het ondersteunen, maar vooral uit de specifieke manier waarop het internationale recht zelf normerende argumenten ondersteunt. Het zorgt voor een taal die morele én politieke discussie mogelijk maakt. Zoals verwoord in het proefschrift:

“Gezag […] wordt gevormd en versterkt, of ontkend en vernietigd, elke keer dat relevante actoren een rechtvaardiging voor hun daden aanvoeren, hetzij binnen, hetzij buiten het kader van bestaande wettelijke normen, en die rechtvaardiging door andere actoren wordt geaccepteerd of verworpen.”

In die zin kan het internationale recht ons feitelijk iets vertellen over de aard van het recht in het algemeen, in plaats van alleen een grensgebied in het recht te zijn.

Volgens de jury combineert het elegant geschreven proefschrift op behendige wijze internationaal publiekrecht en rechtsfilosofie. Het neemt de lezer mee op een ontdekkingsreis, zowel voor rechtsgeleerden als voor filosofen. Het biedt stof tot nadenken, het verdiept de klassieke discussie en biedt frisse nieuwe inzichten.