Lolke Braaksma
Winnaar Dissertatieprijs 2024
Dissertatie
The programmatic approach in environmental law: towards a legal design in the European Union and the Netherlands that pursues sustainability.
Promotor: Prof. mr. dr. K.J. (Kars) de Graaf
Copromotor: Prof. dr. mr. H.D. (Hanna) Tolsma
Voordracht: Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Rechtsgeleerdheid
Overwegingen van de selectiecommissie
In het zeer actuele proefschrift The programmatic approach in Environmental laws. Towards a legal design in the European Union and the Netherlands that pursues sustainability neemt Lolke Braaksma de lezer mee op een reis naar datgene wat vaak de grootste uitdaging voor de mens wordt genoemd: het adresseren van en een halt toeroepen aan de vernietiging van de natuur, haar ecosystemen, het klimaat en de aarde door de mens zelf. Of, zoals dr. Braaksma het zelf aan het begin van zijn proefschrift veel ingetogener en minder dramatisch formuleert: ‘het milieu staat steeds meer onder druk.’
De jury is van mening dat dit proefschrift een zeer ambitieus werk is dat tot doel heeft vast te stellen hoe de wet, en meer in het bijzonder de milieuwetgeving binnen de Europese Unie, kan bijdragen aan duurzaamheid en zich daar serieus op kan richten. Met gebruikmaking van een breed scala aan academische disciplines stelt dr. Braaksma voor dit hele wetsstelsel te bevragen en te herscheppen. De resten van de nog steeds bestaande benadering die is gericht op ‘command and control’ en ad-hoc-maatregelen, moeten plaatsmaken voor een systematische toepassing van wat dr. Braaksma de ‘heilige graal’ noemt, een werkelijk programmatische benadering van de problematiek. Met actuele voorbeelden van een dergelijke benadering in Europa en een systematische analyse van duurzaamheid en goede wetgeving biedt hij een structuur om die te concretiseren.
De jury vindt de benadering overtuigend, want in de dissertatie combineert dr. Braaksma een brede theoretische blik met een scherp oog voor toepasbaarheid in de praktijk. De dissertatie toont consistent logisch aan dat er tussen ecologische, maatschappelijke, juridische en beleidsmatige stelsels een sterke onderlinge samenhang bestaat. De jury hoopt dat dit proefschrift zal bijdragen tot nader onderzoek en herijking van een terrein waarop maar al te vaak technocratische wetgeving leidt tot systemen waarin zowel overheden als bedrijven gebruikmaken van mazen in de wet om hun ecologische verantwoordelijkheden te ontlopen.
De ‘casus’ die dr. Braaksma analyseert zou de Europese Unie – en daarbinnen Nederland – kunnen zijn, maar de benadering die hij voorstelt biedt vernieuwende, systematische gedachten die alle wetgevers en beleidsmakers ter wereld zouden moeten lezen. Dit boek biedt de lezer een aantrekkelijk inkijkje in de materie, want het is helder en zeer toegankelijk geschreven en gestructureerd, wat des te belangrijker is omdat het over een bijzonder specialistisch, technisch onderwerp gaat. De vele tabellen en illustraties dienen als mijlpalen langs de weg van de auteur zijn gedachten en argumenten. Veel van dr. Braaksma’s aanbevelingen zijn onmiddellijk toepasbaar voor de urgente problemen waarop ze zijn gericht. Om al die redenen heeft de jury besloten dit boek een van de vijf dissertatieprijzen van de Stichting Praemium Erasmianum toe te kennen.
Dr. Braaksma besluit met de erkenning dat een ideale omgang met de natuur – net als absolute gerechtigheid – vrijwel onhaalbaar is en dat het niet gaat om het bereiken van dat doel, maar om het streven ernaar. Het begrip voor de onvolmaaktheid van het menselijk streven zou Erasmus zeker waarderen. Als het gaat om onze omgang met de natuur is een citaat uit zijn vermaarde Lof der zotheid hier het vermelden waard. ‘De natuur haat blanketsels, en wat door gene kunst gedwongen wordt komt veel gelukkiger voort,’ schrijft hij. Sommigen interpreteren dit als: de natuur gedijt het best als de mens haar met rust laat. Met de kennis die we uit uw boek opdoen, kunnen we daaraan toevoegen: wanneer de mens dat tenminste programmatisch doet.