Stephanie Triefus
Winnaar Dissertatieprijs 2025
Dissertatie
International Investment Law from Below: Taking Local Community Rights Seriously
Promotoren: Prof. dr. A. Arcuri & Prof. dr. J.D. Temperman
Voordracht: Erasmus Universiteit Rotterdam, Erasmus School of Law
Overwegingen van de selectiecommissie
Stefanie Triefus onderzoekt een zeer relevante maatschappelijke kwestie met wetenschappelijk rigoureuze, bijzonder veelzijdige methoden en komt tot een inzichtelijke, urgente conclusie. De jury was vooral onder de indruk van de beeldende stijl van International Investment Law From Below: Taking Local Community Rights Reriously, waarin Triefus een heldere presentatie van ingewikkelde juridische debatten combineert met een veelheid aan stemmen uit de gemeenschap in kwestie en pleit voor een innovatieve benadering van het recht in de dagelijkse praktijk. Dergelijke methoden worden veel gebruikt in mensenrechtenstudies, maar op het gebied van het investeringsrecht zijn ze bijzonder vernieuwend. En dit is bij lange na niet het enige unieke, innovatieve aspect dat de jury in het werk is opgevallen.
In International Investment Law From Below: Taking Local Community Rights Reriously besteedt Triefus aandacht aan de praktische en juridische spanningen tussen internationale ondernemingen, overheden en lokale gemeenschappen bij de winning van bodemschatten. Triefus onderzoekt hoe deze drie partijen bij industriële mijnbouwprojecten elk vanuit hun eigen respectievelijke belangen opereren, samenwerken en met elkaar in conflict komen. Doordat Triefus systematisch onderzoek verricht naar het beslechten van de geschillen die voortvloeien uit voornoemde mijnbouwprojecten vanuit het perspectief van de lokale gemeenschappen die door dergelijke activiteiten worden getroffen, en doordat zij deze lokale gemeenschappen zelf aan het woord laat in de interviews die in het boek zijn opgenomen, biedt ze zowel door haar onderzoek als door haar manier van schrijven een uniek bottom-up-perspectief. Door de kwestie vanuit deze twee perspectieven te belichten – de puur juridische aspecten en de praktische toepassing ter plaatse – toont Triefus aan dat de participatierechten en democratische principes waardoor de belangen van lokale gemeenschappen traditioneel altijd werden behartigd en die erop gericht waren meer rekening te houden met die belangen, niet kunnen voorkomen dat de industriële winning van bodemschatten een destructief effect heeft op de lokale gemeenschappen.
Triefus gaat in dit onderzoek niet in op reeds eerder grondig onderzochte voorbeelden van mijnbouwprojecten in het zuiden, maar presenteert een uitgebreide case study uit Roemenië. Hierbij beperkt zij zich niet tot de voor de hand liggende observatie dat sociaal-politiek en economisch zwakkere samenlevingen meestal niet goed in staat zijn de belangen van lokale gemeenschappen te beschermen tegen die van internationale investeerders, maar toont ze ook aan dat het probleem te wijten is aan talloze juridische beperkingen die ertoe leiden dat er voor de staat twee onverenigbare verplichtingen ontstaan: enerzijds het honoreren van de belangen van ondernemingen volgens het investeringsrecht, en anderzijds het beschermen van de rechten van de burgers volgens het humanitair recht. In plaats van te pleiten voor een grotere rol voor de participatie van lokale gemeenschappen binnen het investeringsrecht of te verwijzen naar sociaal-politieke omstandigheden, concludeert Triefus dat deze juridische onverenigbaarheid moet worden aangepakt.
Nadat Triefus ons heeft rondgeleid langs internationale rechtenfaculteiten en -stelsels, internationale advocatenkantoren en Roemeense woonkamers, komt ze tot de uitdagende conclusie dat actie van internationale wetgevende instanties is vereist om een eind te maken aan de ineffectiviteit waarmee wordt omgegaan met de stemmen van de lokale gemeenschappen bij industriële mijnbouwprojecten – en die conclusie is des te urgenter omdat de behoefte aan natuurlijke hulpbronnen overal ter wereld tot een toename van dergelijke projecten zal leiden.